woensdag 23 maart 2016

Week 7

Werken in de DOT: MinorJAG.

Onze opdracht:

Collega docenten overtuigen dat het gebruik van PowerPoint een meerwaarde in hun les kan hebben.

Dit doen we door drie onderdelen te belichten:
1       Wat kun je met PowerPoint. De highlights en de nieuwe ontwikkelingen.
2       Het gebruik van Powerpoint heeft door goed gebruik een didactische meerwaarde.
3       Na een eenmalige tijdsinvestering kan het vaak gebruikt worden. Na (kleine) aanpassingen kan het door leerlingen zelfstandig gebruikt worden (= herhaling = didactiek)
Uitgangspunt: Wij gaan er vanuit dat collega’s the-good- old PowerPoint kennen, er enige ervaring mee hebben maar geen fan (meer) van zijn.
Deze uitgangspunten hebben we samengesteld tijdens de eerste Appear-in video bijeenkomst van onze DOT MinorJAG.

DOT: Docent ontwikkelteam

Volgens Handelzalts (2009) is een Dot een groep van 2 of meer samenwerkende docenten in het zelfde vak of in aanpalende vakken. Handelzalts (2009) stelt dat het werken in een DOT 3 voordelen kan opleveren: 1 samenhang in school curriculum, 2 professionele ontwikkeling van docenten en 3 ontwikkeling van de schoolorganisatie.
            Onze Dot bestaat uit docenten van verschillende scholentypes. Gert en ik (Jurian) werken in Enschede, Annelies in Utrecht. Voordeel 2, de professionele ontwikkeling speelt bij ons een rol. Daarbij kunnen we ons typisch 21st century noemen. Trilling en Fadel schrijven het volgende: “Collaborative, using the collective experience and expertise of other teachers and the wider community of educators exploring 21st centruy learning methods.” (2009, p. 138). En dat is op MinorJAG, onze DOT, van toepassing . MinorJAG  is een samenwerking tussen docenten die gebruikmaken van elkaars ervaring. Zij zijn met elkaar betrokken geraakt  door de opleiding  of wel:  een samenwerking vanuit een breder onderwijsveld.

Rollen in de DOT.

Kenmerkend voor oudere studenten, zijstromers, is dat zij ervaring hebben met de communicatie die noodzakelijk is voor samenwerking. Dit zal veelal komen door hun (bedrijfs) (levens) ervaring. In onze DOT kruipt een ieder als vanzelf in de diverse groepsrollen. Doet Annelies een voorstel, dan reageert Gert of Jurian kritisch. Neemt iemand anders een initiatief dan past de groep zich daar direct op aan en zijn de rollen omgedraaid. Ook vaart in de voortgang, modereren, is een ieder gegeven. Opvallend is daarbij is dat degene die tijdelijk het minst aan het gesprek toevoegt als eerste het besprokene samenvat om verder te gaan met het volgende gespreksonderdeel. Gezond kritisch zijn we alle drie. Overtuigend en te overtuigen. Takenverdelend en takenaannemend. Kortom de samenwerking is goed en prettig.

Opdrachten deze week.

Gisteravond is er weer een video bijeenkomst geweest. De hoofdvraag is steevast Waar zijn we en wat moeten we doen. Deze vraag is gegeven uit de analyse van de totale opdracht van deze minor. De uitkomst van die analyse levert de opdracht voor de komende week op. Deze opdracht geven we gezamenlijk vorm door spontane ideeën maar ook door afzonderlijk ter plekke vooronderzoekjes te doen. Zijn we eruit hoe we de opdracht gaan vormgeven dan is het voor dat moment klaar en gaan we verder met het volgende. Tegen het einde van de videoconferentie verdelen we de taken die zojuist zijn ontworpen. Het verdelen gaat op gevoel. Ik kies dan vaak de taak waar ik bij voorbaat al een invullingsidee voor heb. Ook speelt de werkverdeling over meerdere weken een rol. Heb ik een kleinere taak gehad vorige week dan zal ik nu voor een grotere taak kiezen. Het ontwikkelen doet een ieder op zijn eigen plaats en tijd. Hij voegt het dan toe aan het ontwikkelplan dat wij delen in een Onedrive omgeving. De evaluatie vindt plaats in twee stadia. Ten eerste leest iedere dotter het ontwikkelplan door voor de volgende videobijeenkomst. Ten tweede start de bijeenkomst met een evaluatie van de opbrengst van de vorige week. Dit versterkt vaak de input doordat er altijd kritische vragen zijn. Kleine ingrepen verduidelijken dan op opbrengst. Ik heb hierboven de werkwijze van onze dot beschreven en daarbij de kernactiviteiten van het ontwikkelmodel ADDIE gebruikt. Het ADDIE model is ontwikkeld ten behoeve van onderwijsontwikkeling, het maken van lessenreeksen (Thijs & Van den Akker, 2009). ADDIE is een acroniem: A = analyse, D = Design, D = development, I = Implementatie, E = evaluatie. Aan de hand van het model kan ik prima de volgorde van onze werkwijze omschrijven. Het ADDIE model is volgens mij een algemeen model voor probleem aanpak, vandaar de bredere toepasbaarheid.

Competenties bij deze minor volgen.

Jurian Assink 23-3-2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten